In mijn recente beeldhouwwerken ontleed ik de menselijke gestalte, zowel letterlijk als figuurlijk. Het valt op dat de onderdelen van het lichaam ons afzonderlijk meer tonen dan het totaal.
De koppen en torsen zijn ontdaan van al het overbodige. Ze zijn teruggebracht tot de meest essentiële vorm. Zo ‘uitgekleed’ vormgegeven weerspiegelen ze de kern van de menselijke conditie.
Dit streven naar minimalisme is voor mij echter geen doel op zich. Nergens leidt mijn werkwijze tot loze esthetiek of betekenisloze abstractie. Door deze gestileerde, ‘ijle’ vormentaal wil ik de naakte werkelijkheid van de menselijke existentie benadrukken.